donderdag 14 januari 2010

Ons Jachthondje.


Onze Lobke is een jachthond, tenminste, zo staat het in de boeken. Heidewachtel;Jachthond.
De buren hebben ook zo’n soort merk en de buurvrouw durft hun hond nauwelijks
los te laten lopen omdat zij achter hazen en konijnen aan gaat. “Nou dat doet onze Lobke niet gelukkig” zei ik . We kunnen haar lekker los laten in de bossen.
Maar ja, ook Lobke ontwikkelt zich, afgelopen september gooide ik nietsvermoedend de achterklep van de auto open, ik had geen “wachten” gezegd omdat dit eigenlijk niet meer nodig was. Ze zit dan (normaliter) mooi te wachten in de auto totdat wij de riem pakken en “ja” zeggen. Maar nu had Lobke iets heel anders in gedachten, ze sprong als een speer uit de auto, vloog de weg over, vloog de sloot over, sprong over het schrikdraad en ging als een bezetene de zo’n 80 schapen opdrijven die daar rustig zaten te grazen. De schapen kregen een hartverzakking, die vlogen allemaal een hoek in. Ik was ondanks mijn geroep ook aardig onder de indruk van deze kwaliteit. Een enkel schaap lag op zijn rug in het gras waar Lobke als een bezetene omheen rende en blaffend leek te roepen “en nu als de donder ook die hoek in”. Uiteindelijk moest ik als schapen hoedster ook over de weg, de sloot en het schrikdraad om haar bij haar nekvel te pakken.” Foei Lobke, Foei!”
Schapen in de buurt, betekende vanaf dat moment oppassen, uit de buurt blijven. Als ze vanuit de auto schapen ziet loopt het kwijl haar spontaan uit de bek.
Afgelopen woensdag ging ik haar, voordat ik naar mijn werk ging zoals gewoonlijk uitlaten, hier in het bos aan de Friese veldweg. Het was berekoud, -5 graden, ik had tijdens het uitstappen van de auto al steen koude voeten.
Lobke is dol op de sneeuw en vloog in slalom dwars door de bossen. Omdat ze die dag een aardig tijd alleen moest zijn plakte ik er “vooruit dan maar” een klein rondje aan vast. Niet te ver, want het was al bijna tijd om naar Emmeloord te gaan. Bijna bij de auto aangekomen zie ik ineens een enorme haas links van mij in de bossen ik denk nog “kut” als die maar gezellig en braaf blijft zitten. Maar nog voordat ik “Blijf “ kan zeggen gaat die Soef haas op pad en wipt gezellig langs Lobke’s kop die ik verbaast zag denken “potverdorie, maar dit is een grappig ding, wedstrijdje doen”? Ik had nog geen startschot gegeven of ze gingen al van start en of ik nou “stop”, “valse start” of “blijf” riep, niets hielp. Daar stond ik met ijskoude voeten en haast! Klote hond hierrrrr, maar meneer de Haas en Lobke werden zo langzamerhand stipjes. Erachteraan dan maar, maar waar was die kuthond, misschien wel inmiddels in Willemsoord, of nog erger, misschien heeft ze na het thuis brengen van meneer de Haas nog een aangrenzend weiland aangedaan om weer wat schapen op te drijven. Je bent een jachthond of je bent het niet natuurlijk. Na zo’n 15 minuten zag ik (Oh wonder! ) een stipje steeds groter worden en kwam Lobke, zij het met een wat terug trekkende beweging en de oren plat op de kop (schuldgevoel) toch mijn kant op. Ik stond inmiddels in het verlengde van ons eigen huis in een halve meter stuifsneeuw. Het viel niet mee om mij in te houden en haar niet alle hoeken van het weiland te laten zien, ik heb op de cursus geleerd dat “als een hondje komt, hoe laat ook, ze beloont dient te worden. “Goedzo!” riep ik enigszins verbeten. Aan de riem jij, kutbeest! Vanaf mijn werk waarschuwde ik de man voor het jachtinstinct van ons kind. Thuisgekomen vertelde de man broodnuchter dat ook hij met Lobke naar het bos was geweest en een hert en een haas had gezien, “oh wat erg" riep ik "en? Was je haar lang kwijt"? Nee hoor zei de man ; Ik zei “blijven” bij de haas, en toen ze achter het hert aan wilde floot ik even ferm op mijn vingers en ze draaide zich om en kwam gelijk terug. “Ja dhuuu” dacht ik “een hert”, dat zag ze dus achteraf gewoon niet zitten. De schijtert! Ien.

maandag 4 januari 2010

Even een frisse neus halen......


Het was een latertje geworden afgelopen nacht, we lagen er rond 4 uur pas in, maar actief als we zijn, stonden we half 10 alweer naast ons bed. Lobke moest gehaald uit het pension om dan vanuit Emmeloord weer óp, naar ons platteland te gaan.
De wereld was voor de 2e keer deze winter omgetoverd in een prachtige kerstkaart.
Dit vroeg om een wandeling in de bossen! Eerst thuis een wintersoeppie om vervolgens richting Havelte te rijden waar wij onlangs een schitterend bos hadden ontdekt! De zon scheen, wat mij deed besluiten mijn lange vest aan te doen, dat stond wel zo gezellig en voelde als een romantische film, zo samen met de man en ons leuke vrolijke hondje Lobke. Bij het bos aangekomen had ik van deze aktie wel wat spijt “phoe wel wat koud hoor in zo’n vest, we gaan maar niet zo ver!”
De wandeling start op een terrein met allerlei naald boompjes wat de kerstsfeer nog meer benadrukt. Het is een oud schietterrein zo denken de man en ik, want er staat een hoge uitkijktoren en meer zaken die aan het leger doen denken.
We besluiten hetzelfde rondje te lopen als de laatste keer, dat is niet zo ver, we zijn ook niet heel erg fit na onze stapnacht. Maar na dit rondje besluiten we toch nog iets verder te gaan, "zullen we hier nog ff links"? Dan lopen we zo rond weer naar de auto. Lobke rent als een speer door de bossen, we horen een specht en allerlei kwetterende vogeltjes, zalig is het in het bos!
Op een gegeven moment horen we allerlei kinderen en loopt er een aardig steile weg naar boven. Spannend! Even kijken dus. Er roetsjen allerlei kinderen de berg af. Lobke vind dit ook erg interessant en probeert de sleeën tot stoppen te dwingen door ervoor te springen.
We dalen de berg maar weer af voordat ouders boos worden, kinderen gaan janken of de hond met drie pootjes verder moet. Beneden aangekomen twijfelen we even maar de man zegt “we moeten hier rechts, want daar is dat terrein en onze auto”. We komen na een 15 minuten lopen op een terrein wat we nog nooit gezien hebben. “Zijn we wel goed?” Zeg ik voorzichtig, “ik herken dit helemaal niet hoor”.Maar de man weet het zeker, “nee joh hier links komen we zo weer op dat schietterrein uit. Ik heb vertrouwen en loop moedig achter hem aan. De paden zijn keihard en we zakken regelmatig door een onderlaag ijs heen. Het is prachtig , we ontdekken plekken…..schitterend. Helaas zijn we het fototoestel vergeten, want ik krijg na weer een half uur sjouwen in de sneeuw de zin “gelukkig hebben we de foto’s nog” in mijn hoofd en maak er voorzichtig grapjes over. Hé daar lopen mensen in de verte "zal ik ff roepen en vragen waar Havelte ligt"? Maar mannen houden niet van vragen, die zijn in de stad ook liever anderhalf uur aan het dwalen en vloeken dan dat ze zich tot zoiets verlagen. Nee hij weet de weg precies, ben je gek! Na weer een half uur achter de man aan te sjouwen komen we op een vlakte waar we in de verte een (verdwaalde) fietser zien. De man ontdekt op een pad verse voetsporen van echte mensenschoenen, we besluiten deze te volgen. Ik krijg door de glinstering van de zon in de sneeuw visioenen en denk huizen te ontdekken achter de bomen in de verte. Maar de man ziet ze helemaal niet. De tocht doet mij denken aan de wandelingen met mijn ouders, pa met een windscherm en een koelbox en wij met ballen, tennisrackets enz. Dwars door de duinen op zoek naar de zee, die achter iedere duin tevoorschijn moet komen maar na 5 duinen nog niet in beeld is. Het gevloek van vader gaf niet echt een beeld van een harmonieus gezin die gezellig een dagje naar zee gingen. Maar de auto was vlot geparkeerd dat dan weer wel!
Met de man gaat het nu toch wat minder daadkrachtig, ik meen twijfels in zijn stem te horen als hij “hier links” zegt.
Ik ben het zat spreek een motie van wantrouwen uit en zeg “Waar zijn we in vredesnaam?” Dan zegt de man de woorden waar ik al een uur bang voor ben namelijk; “GEEN IDEE”.
Ineens mag ik het zeggen en zeg “laten we hier rechts gaan. “Nee zeg”, zegt de man een beetje spottend “daar is het westen, want daar gaat de zon onder”. “Nou en” zeg ik, Havelte kan maar zo in het westen liggen, weten wij veel”. Dan krijgt de man een heldere blik op een strook dennen en roept “we moeten daar heen, want bij het beginpunt stonden ook allemaal van die bomen”. Ik kon de logica hierin niet ontdekken en leg uit dat de meeste bossen uit loof en naaldbomen bestaan en deze her den der verspreid staan.
Na 3 spechten, 2 roofvogels, 2 herten en een haas namen we een klein pad waar we wandelroutepaaltjes ontdekken. En ja hoor, daar ie eindelijk de bewoonde wereld, de man vond het pad en ik de richting namelijk; daar waar de zon onder ging, daar moesten we heen. Wat een team! Na zo’n tocht en al die feestdagen zet ik het toch even om in kilocalorieën en kom op zo’n 300 uit, niet slecht!Een goed begin van 2010 vind ik zelf!

Ien.