donderdag 21 april 2011

"Een soort van"


Het is maandagavond dus ga ik weer op cursus met Lobke. Als ze een, in haar ogen, gevaarlijke hond tegen komt neemt ze de poten en gaat als een speer terug naar de auto. Gevaarlijk! Kortom, het commando “blijven” moet geleerd worden!
Het zijn spannende avonden met al die hondjes op les. Maar ook heerlijke avonden want ze werken daar maar met één ding en dat is “Belonen”. De tijd van slipkettingen is allang voorbij. Je moet een hondje aanspreken/belonen op wat hij goed doet en niet op wat hij fout doet. Het is eigenlijk net de verstandelijke gehandicaptenzorg, maar dan anders.
Er zijn een stuk of zeven deelnemers met allerlei merken hondjes. Van die kleine kuthondjes tot grote bakbeesten. Elke hond heeft zo zijn eigenaardigheden waardoor die op cursus moet met de baas. We kijken allemaal serieus als de honden deskundige “Wim” ons de zaken uitlegt. Tanja staat ernaast, zij is de assistente van Wim en nog in de leer, maar weet er eigenlijk alles van! Lobke is één en al concentratie want die heeft mijn zakken vol zien proppen met frolic vlak voordat we weg gingen. Na een “zit oefening” en “af” moeten we de hondjes recht! naast ons plaatsen bijna tegen ons been aan. Dan geef je een “KLIK” met de gekregen klikklak van Wim en prop je er een frolic in. Dit is bij Lobke een groot succes, ze vreet de ene na de andere frolic. Tanja komt na een onsje frolic naar mij toe om mij uit te leggen dat ik “een soort van” smokkel, doordat ik snel recht naast lobke ga staan ipv Lobke naast mij. Pfffft die is wel heel bijdehand zeg! Maar ik ben er om te leren dus vraag ik onderdanig “hoe moet het dan? Lobke en ik kijken haar vragend aan.
En daar steekt ze van wal; Haar hond Toeba is ook “een soort van” eigenwijs, als ik haar naast me wil hebben kijkt ze me aan met “een soort van” blik die zeggen wil “ja doe het lekker zelf, ha ha ha”. Ik wordt dan wel “een soort van” streng en zeg “nee Toeba, recht naast het vrouwtje”. Ze heeft er plezier in om mij allerlei verhalen te vertellen over haar hondje, én de hond van haar buurvrouw én haar “soort van” overleden hond. Lobke zit ondertussen van alles te doen wat Wim verboden heeft, ze snuffelt in mijn zak naar nog meer frolic. Ik ben goed opgevoed en luister aandachtig naar Tanja die mij de 26ste “soort van” anekdote verteld. Ondertussen smokkel ik de frolic in lobke haar kwijlende bek en bedenk me dat dit gewauwel me toch “een soort van” 60 euro kost voor 12 keer. Tanja heeft duidelijk “een soort van” tik, en ineens kom ik er ook niet meer onderuit. “Goh Tanja” zeg ik, “dus ik mag eigenlijk pas op de klikklak drukken als Lobke echt “een soort van” recht tegen mijn been aanzit? Tanja lijkt opgetogen door dezelfde taal die ik spreek, “Ja precies” zegt ze, “nu begrijp je het!”. Ondertussen heeft onze Lob ongeveer “een soort van” pondje frolic weggewerkt en last van haar darmpjes. Ze kakt “een soort van” drol naast mij in het gras. Dit geeft altijd “een soort van” superieure gevoelens bij de andere cursisten. “Mijn hond zou dat nóóit doen blikken” vullen het veld.
Ik pak het (in opdracht van Wim) meegenomen poepzakje en ruim het op. Ik draai mijn hand niet om voor een drol, ik werk tenslotte in de zorg. Ik zeg nog vergoelijkend “ja na zoveel frolic zou ik ook “een soort van” moeten hoor. Alleen Tanja knikt begrijpend! Op de terugweg kan ik deze tik niet meer onderdrukken in mijn hoofd en denk ik bij alles wat ik zie “een soort van”. Goh is dat niet “een soort van” trekker? Staat het verkeerslicht niet op “een soort van” rood? Ik realiseer me wat een achterlijke uitdrukking het is. Er is toch niet "een soort van“ leuk? Hoeveel soorten “leuk” zijn er bijvoorbeeld? Doodleuk, gewoon leuk, belachelijk leuk? Nou ja zeg, stoppen ermee.
Thuisgekomen even heerlijk bijkomen van deze cursus avond, Lobke is ook kapot, niet zozeer van “het werken voor de baas” maar van al die frolic die ze bij elke scheet die ze laat aangeboden krijgt. Als ik haar nog het laatste kruimeltje aanbied kijkt ze met een blik van “alsjeblieft zeg, je kan ook “een soort van” overdrijven” aan.(Ga ik weer!) Na een wijntje gaat de man (zoals de meeste doordeweekse dagen) alvast naar bed en vraagt of ik ff gezellig meega….. Maar nee, op één of andere manier ben ik toch “een soort van” MOE.
Is dat nou écht moe, is dat dan lui, of vanavond heb ik hoofdpijn moe? Geen idee.
Eigenlijk gewoon…. “een soort van”.

Ien.

dinsdag 5 april 2011

Woar ligg'n de filterzakkies?


Vanmorgen deed ik mijn wekelijkse boodschappen weer. Eerst naar de Lidl en daarna naar de overkant bij Dirk. In de Lidl zag ik een oud grijs mannetje rond lopen.
Hij zuchtte, keek nog es op zijn briefje en liep weer zoekend verder.
“Komt u er niet uit?” vroeg ik, nadat ik hem al 2 keer zoekend was tegen gekomen. Blij verrast keek hij op, ik keek in een gezicht wat in de afgelopen jaren heel wat wind en regen gevoelt had. Grote rode konen, paarsblauwe neus en verwilderde grijze haren. Er kwam een brede lach tevoorschijn, de tanden waren gelig/bruin ik vermoedde van het pruum’m van tabak.
“Ik ben op zoek naor filterzakkies” zei die. “Oh jee, dat weet ik eigenlijk ook niet, “ik denk bij de koffie?” zei ik. “Ik heb overal al gekeek’n, begriep niet waor die ding’n lig’n.
“Ja das lastig als je de weg niet kent in de Lidl” zei ik.
Toen we beiden weer verder onze boodschappen zochten vroeg ik me af of dit aardige mannetje alleen was. Misschien was zijn vrouw wel pas geleden overleden en moest hij nu alles zelf leren. In mijn hoofd heb ik dan ook al het huisje voor me, met de kleedjes op tafel, met eiken spullen, want die gaan zo lekker lang mee, met echte kopjes en schoteltjes en een gaskacheltje. Bij de zuivelhoek kwam ik hem weer tegen. Hij keek gelijk vrolijk op toen hij me zag. ”Ja, de vrouw weet precies waor die ding’n lig’n, moar ik zoek mien te barsten” “Ha ha, ja dat zal wel, meer oefenen dus” zei ik, “dan leer je’t vanzelf”! Ik gooide er ook nog een Hollandse spreuk tegenaan en riep naar hem, “oefening baart kunst!”. Nog steeds was hij op zoek naar de filterzakjes. Zo langzamerhand had ik ook mijn lijstje los gelaten en liep ook te zoeken naar die stomme filterzakjes.(ik werk in de zorg, maar dit terzijde) In mijn ooghoek zie ik hem bij de laatste gang staan, hij zat te kijken tussen allerlei doosjes. Het is de gang van de crèmepjes en tandpasta. Ik besluit even naar hem toe te gaan want nu is hij écht de weg kwijt. Aangekomen zie ik hem zorgvuldig een doosje bekijken. Ik zeg, “dat zijn geen filterzakjes hoor, dat zijn condooms, u bent nu helemaal in de verkeerde gang”. Oh zei het mannetje, “benne dat condooms? Nee dat ben dan geen filterzakkies, die hold’n heel wat anders teeg’n dan koffie”. Die ding’n heb ik niet meer neudig” Gevat was die wel! Hij keek me een bietien ondeugend aan.
Bij de kassa aangekomen zie ik hem weer staan, hij doet zijn hand omhoog met een deuzien filterzakkies.
“Ik heb ze heur” roept tie.
Bij de parkeerplaats zegt tie “nou maar hoop’n dat de vrouwe tevreden is, anders moet ik weer terugge”. Gelukkig……ze leeft dus nog….. denk ik gelijk.
Wel een beetje stout boertje….beetje sjansen bij de Lidl, En ben ik dan blij met zo’n sjans gevalletje? Ach, als ik het dan niet meer van de leuke jonge mannen krijg, dan maar zo. Ik denk echt dat achter die rode konen vroeger een stoot van een boer’n kerel zat. Nou ja……met een beetje fantasie!
In ieder geval gaf het wat jeu aan de wekelijkse boodschappen. Denk dat hij wel vaker voor zijn vrouwe de boodschappies wil doen! De snoepert…..

kusssien