maandag 24 augustus 2009

Pril geluk.


De man en ik gingen als afsluiting van onze vakantie uit eten in de grootste stad in de buurt namelijk:Steenwiek. Wij hebben daar een Griek ontdekt, die zeer de moeite waard is.
Omdat wij beiden lichtelijk zijn aangekomen,in de vakantie, besluiten we wel te fietsen. En dat viel reuze mee!
Een krap half uurtje trappen vanaf Willemsoord en je bent er!
We krijgen een lekker plekje toegewezen, onder een pergola, begroeid met prachtige druiventrossen. Je zou het niet zeggen, maar ze zijn echt écht!! De baas, een ook écht uitziende Griek gaat het na onze vraag of ze toch niet van plastic zijn, gelijk bewijzen door één in zijn mond te steken. De man stelt hem daarop een vraag die hij maar moeizaam lijkt te kunnen beantwoorden, hij trekt heel raar met zijn mond,en nadat ook ik geproefd heb, begrijp ik dit volkomen. Mijn god, wat zuur! Maar het bewijs was geleverd, ze waren echt!
Er kwamen verschillende mensen op het terras buiten zitten, altijd leuk om te zien, te aanschouwen, te beoordelen, te veroordelen ed. “Tjonge, wat een chagrijn die vrouw daar links, vind je ook niet? ”Er zit ook een wat vreemd gezin achter ons, we kunnen alles horen, dat is fijn voor als er stiltes vallen, dan heb je toch wat te doen. Er zit een vrouw achter mij met een man en een jongen van in de twintig. De sfeer aan hun tafel begint goed, maar wordt naarmate de tijd verstrijkt een beetje narrig. Na wat verhalen en ideeën van haar kant,voor de inrichting van het huis, komt het gesprek ineens op “de bekers”. “Nou” steekt de jongen van wal, “Ik vind het wel jammer dat je al die bekers hebt weggedaan”. “Welke bekers” zegt de vrouw, “wat bedoel je, heb ik je daarmee gekwetst, dat is niet mijn bedoeling geweest hoor”. “Nee maar bepaalde bekers vond ik wel zonde, en dat jij dat zo zonder overleg zomaar wegdoet..”, zei de jongen. (In gedachten zag ik bij hem een zeer verwijtende blik).” Jeetje”, zei de vrouw, “welke bedoel je? Die beker van Jip en Janneke? Of die van Ome Willem?of de fabeltjeskrant?” “Die van Jip en Janneke waren niet echt mooi meer hoor, daar waren al verschillende stukjes vanaf” “Enne, wat moet ik met al die bekers, ik wist het ook niet, had dat dan gezegd”. “Waar had ik dan heen gemoeten met die hele beker verzameling? We hebben er toch gewoon geen ruimte voor”. De jongen was niet écht boos, maar gewoon wat teleurgesteld, dat kon toch? “Ja tuurlijk”.
Dit was, in onze beleving, een “nieuw- bakken” gezin, de jongen was niet haar zoon, dat kon je horen aan de voorzichtigheid maar ook aan de ondertoon van de conversatie. De jongen was de zoon van de man die ook aan tafel zat. Ik vermoedde dat hun nog maar pril een nieuwe relatie hadden met als erfstuk “bekers”. Oh oh, als dat maar goed komt.
Tijdens ons hoofdgerecht nam de mán de conversatie over, het ging over werk, háár werk.
Ze werkte in het onderwijs, en hij zei, “het maakt niet uit”(grrrrrrr) maar het valt mij wel op hoe gespannen jij wordt van je leerlingen en je team leden, je neemt je werk wel erg mee naar huis vind ik. “Hoezo” stak zij van wal, als door een wesp gestoken. “Wat bedoel je daarmee, dat ik ze niet aankan?” “Jawel”, (zei hij vergoelijkend), “maar gewoon, ik vind dat je daar snel van ontdaan bent”. “Nou zeg, dat valt ook heus niet mee hoor, het is niet een statisch proces, het is echt niet zo simpel als jij denkt”. “Ik weet wel dat ik wat meer eelt op mijn hart moet krijgen zei ze gekwetst. “Ja” , zie haar man, ´dat zou wel moeten ja”. In gedachten zag ik de jongen, de zoon van de man, genieten. Pa was op zijn hand deze avond!
Het werd steeds stiller achter mij, ik weet uit ervaring dat een nieuwe prille relatie op oudere leeftijd, ná de verliefde fase, om de donder niet meevalt. De eerste jaren is het bikkelen, bikkelen voor wat jij wilt, grenzen stellen en verleggen, en weer stellen.
Ruzie maken, met deuren smijten, dreigen met advocaten, en weer afzoenen. Het is allemaal nodig om zover te komen als de man en mij, nu na zo’n 12 jaar. En dat het dan ineens niet erg meer is als er stiltes vallen, we gewoon even stil zijn en wij een beetje gniffelend de strijd van anderen aanhoren en weten; pffft die fase hebben wij gehad!
Het is net als met de druiven, in het begin is het zuur en lastig weg te krijgen,moet je het soms even laten rusten. Alles heeft tijd nodig, moet rijpen, maar….. dan komt het zoete!
Met op gezette tijden nog een beetje zuur……om het wel spannend te houden!
Ien.

donderdag 20 augustus 2009

Het campingleven.


Vorig jaar hebben wij een camper aangeschaft, en na enkele weekendjes uitproberen gaan we ervoor: Óp naar Deutschland voor een vakantiereis van 2 weken. We gaan in stukjes, richting Bodensee, Zuid- Duitsland.
Heerlijk dat vakantiegevoel, dat terug naar het primitieve, geen senseo, geef ons maar zo’n doordruk koffie apparaat.Maar na 5 dagen geven we toe dat de koffie écht niet te drinken is, dus op naar de Aldi, die hebben ze zat in Deutschland, en een pot Nescafé aangeschaft. Beetje water erbij,heerlijk! s’Morgens liggen de bestelde broodjes klaar bij de camping kantine, de man haalt de broodjes en ik zet het water op voor de Nescafé. Maar vóór dit alles moet ik eerst omhoog komen uit ons vaste bed met matras, en wat voor matras! Het is zo hard dat ik na een nacht het gevoel heb 26 kleerhangers ingeslikt te hebben,(zie column alleseter) alles zit vast. Gelukkig heb ik de wetenschap dat het tegen vier uur allemaal weer rechttrekt, dus niets aan’t handje. Na de overheerlijke Nescafé haast ik mij naar de toiletgroep van de camping want mijn darmen spelen op. Ik merk bij de toiletten dat ik niet de enige ben met darmprobleempjes, mijn god wat een lucht! Na 3 a 4 toilet inspecties maak ik een keuze en zit tussen twee dunnen kartonnen wandjes met een ruimte van 20 cm eronder op de toilet en doe mijn best het één en ander stilzwijgend te lozen. De fraulein naast mij heeft daar klaarblijkelijk maling aan en kreunt en steunt in het Duits weg. Ik ben geneigd te vragen hoeveel ontsluiting ze heeft en of ik een dokter zal bellen.
Met de Mexicaanse griep op komst raak ik zo weinig mogelijk aan, Duitse vrouwen zijn viespeuken in mijn beleving, ik zal niet in detail treden…..maar de deutsche properheid is hier op deze camping ver te zoeken. Terug bij de camper heeft de man alweer zo’n heerlijk bakkie “Nes” klaarstaan en eten we een bolletje met ei of jam. Wát gaan we vandaag doen! Het enthousiasme vloeit over, lekker naar het dorpje, een terras, winkeltjes kijken, wandelen, fietsen, sportief zijn deze vakantie!
Na vier dagen van dit alles en in andere volgordes en met een volgende rit voor de boeg door het Deutsche land, beseffen we dat de vieswatertank(niet te verwarren met de ortipotti oftewel de wc) geleegd moet worden. Een camper heeft namelijk een “schoonwatertank” en een zogenaamde “vieswatertank”, deze is gevuld met je afval water.Deze laatste dacht ik al te ruiken op de camping, maar de man zei dat het in de grond zat. Mijn man weet veel van Duitsland en kan dingen als deze met zo’n stelligheid brengen dat ik het gelijk geloof. Maar toen wij echter van de plek weg reden kwam weer die rioollucht naar boven waardoor ook de man besloot dat de tank geloosd moest worden. Het rode waarschuwingslampje was ook al enige tijd gevaarlijk aan het branden. Het lozen moet op de daarvoor bestemde plekken, maar van deze plekken waren wij al vertrokken, dus wij besloten het illegaal te doen. "het is alleen een beetje vies water" zei de man, en ik geloofde hem weer op zijn woord.
Samenzweerderig reden wij door het Deutsche land met een missie “de vuilwatertank” lozen. Het moest een rustig plek zijn, geen pottenkijkers, kein Polizei! Ha daar spotte de man een plek, de camper werd neergezet, de zonnebrillen gingen op en de man deed alsof hij een inspectie hield rondom de camper. Ik hield de omgeving in de gaten. “Ja nu!!!” de man trok aan een hendel en er vloeide behoorlijk wat weg. Goh, viel reuze mee die lucht, het lijkt wel gewoon water stelden wij vast. Het léék niet gewoon water, het wás gewoon water, de man had de verkeerde hendel losgetrokken waardoor al ons schone drinkwater wegvloeide over de Deutsche heuvelen. : “Godvrrrr de verkeerde” zei de man. Nou ja een tweede inspectie, “plop” daar ging de vuilwaterhendel, en dat was duidelijk de goeie, een vreselijke putlucht liep over de Deutsche heuvelen, en er kwam precies op dat moment een leuk Duits gezin uit het bos fietsen, duitsers herken je namelijk aan een helmpje, een zogenaamd valhelmpje. Hun gezicht sprak boekdelen, “wat een putlucht” wij moesten als de donder wegwezen dus, voordat het hele dorp geëvacueerd moest worden! Opgelucht reden wij richting het noorden, dit karwei was gefikst! Maar men zegt soms: “God straft meteen” en even na onze lozing sloeg er een verloren spanband van een vrachtauto, met zo’n enorme ijzeren hendel eraan onder onze camper, recht tegen het lipje van de vuilwatertank. We konden de rest van de vakantie het vuilwater lozen wel schudden, de tank kon niet meer los want het lipje was eraf geslagen,wat betekende dat we na enkele dagen geen water meer konden gebruiken bij ons handige gootsteentje.
Maar kampeerders als ons krijg je echt niet zomaar klein. De man maakte na verloop van tijd weer grapjes als;”Ik zal niet weten wat ik toch zonder jouw moet beginnen, nou ja, in ieder geval wel, minder pinnen”. De sfeer zat erin. Om het compleet te maken zocht ik onze wereldradio op. Na 3 kwartier van hoge signalen, gekras en allerlei talen behalve Nederlands hadden we ineens toch contact met de ons zo bekende wereld. Dit in de vorm van Jan Smit, na bijna 2 weken verstoken te zijn geweest van Nederland en alles wat Nederland behelst wordt ik als mens heel blij, ook als ik Jan Smit hoor. Ook Jan was toen nog blij, ik denk dat Jolanthe nog in beeld was. Al wat daarna kwam was een tenenkrommende conversatie tussen een hele domme vrouw en een vreselijk, zo niet dommere man. Kortom schaf geen wereldradio aan! Na zo’n anderhalve week én op herhaling van dingen als; beetje fietsen, beetje lunchen, beetje koken, beetje lopen,beetje dorpje kijken, beetje cultuur snuiven. Maar ook beetje slapen, beetje te diep in de wijnfles gekeken, beetje met de hand afwassen, beetje zat van al dat Duits, beetje teveel kilo’s aangekomen, beetje teveel geld uitgegeven, beetje behoefte aan eigen dingen, beetje gemis aan de beestenboel thuis, dan gaan we weer richting ons Nederland. Herken ik het landschap weer, de geuren, de kleuren, gaat radio 2 weer aan. Heerlijk kamperen! Maar ik weet net als mijn moeder niet wanneer ik blijer ben:
Als we weg goan of als we thuus koomn. Van beiden een beetje denk ik.
Ien.

donderdag 6 augustus 2009

Wie mooi wil zijn......


Op een vrijdagavond hadden ik en de man een super romantisch uitje, want we zijn naar Herbert Grönemeyer geweest voor een concert in Amsterdam.
Ik was erheen gegaan met mijn vorig jaar gekochte laarzen, ze zijn prachtig groen en hebben een ferme hak. Als je mijn voeten kent, (ondanks de operatie) dan begrijp je dat het "wie mooi wil zijn moet pijn lijden" hier van toepassing is. Het oog wil ook wat, ik moet me wel concentreren om er goed op te lopen , iedere ondervloer voelt als een catwalk. Bij binnenkomst zei ik al tegen Hans "zullen we anders even gaan zitten, anders moet ik wel erg lang staan op deze laarzen." Nee joh lekker ff lopen zei Hans en om elkaar niet uit het oog te verliezen liep ik er als een mannequin achterna. Na een half uurtje tippelen, hing ik bij Hans aan de arm, "rustig man, ik donder zowat om" en keek hem venijnig aan. Eindelijk, het was acht uur, Herbert begon en we stonden lekker in het midden.Om 21.30 riep Herbert in zijn beste Nederlands "Amsterdam dank ju well! Natuurlijk schreeuwden wij "Toelage, toelage", wat hetzelfde betekend als "we want more", of was het toegabe??? Ik weet het niet, ken geen Duits, nooit gehad op de spinazie academie. Na een kwartier kwam Herbert terug, hij had er nog zin in, ik zakte al behoorlijk door mijn voegen, maar nog zo'n 3 nummertjes moet kunnen dacht ik. En dat werden er 6, weer bedankte Herbert de zaal, en, ik was er al bang voor, weer begonnen de mensen om een toegabe te roepen, ik begon de boel al wat te sussen, "jongens moet dat nou? die man moet nog een heel eind terug naar Duitsland" maar niets hielp, daar kwam onze Herbert weer aan en hij leek steeds fitter te worden, inmiddels was het 22.15.
Ik stond inmiddels van mijn linker op mijn rechter been, en kreeg al uitvalverschijnselen. "Had ik nog wel een linkerbeen" mijn kuiten gloeiden alsof er kolen op werden gebrand.
Herbert war zeer vereerd das die Hollandies zo verrükt von him waern en zong met hetzelfde gemak weer 7 nummers. En weer ging hij af en hij niet alleen, het hele orkest, en je begrijpt het al, weer werd hij tsurüg gevraagd en ik maar roepen: "Blijb mar wek, blijb mar wek" maarja ik overstemde de rest niet echt, dus ja, daar kwam Herbert weder mit zijn ganze orkestbak. Ik dacht "als ik hier nog enigszins lopend uit wil komen moet ik nu meine liebe Hans verlassen. Ik riep "ik ga een trap zoegen, je zoegt mij maar op straks". Wát een zaligheid als je dan een trap bereikt! Al zittend nog even meegenoten. Wat bezield een mens toch om naar zo'n concert zulke schoenen aan te trekken, in de zaal is het druk en donker, geen hond die ze zien. Ja bij binnenkomst en tijdens het weggaan, ik zag ze denken "stakker" terwijl ik langs strompelde. Maargoed, we hebben ook echt genoten (tot een uur of tien) om 23 uur hield hij eindelijk zijn bek, pfffft.
Ien

Vier meisjes op avontuur in Drenthe.


Met vier dames richting Borger.De vrijdagavond bestond uit lekker eten, en veel babbelen over werk, kinderen en natuurlijk de mannen. Daar zijn vrouwenweekenden voor, kijk en vergelijk! Maar ons doel, de réden van dit uitje was toch echt:, relaxen in Peize! Zaterdagmorgen dus op tijd uit de veren. Piet maakte een slechte start, hoofdpijn! Snel wat pillen erin, het ging, maar ook niet meer dan dat. Onze vrouwelijke tom tom begeleidde ons richting Peize. Even leek het dat ze ons de dood in wou jagen door ons via een afrit de snelweg op te begeleiden, maar het tegenovergestelde was waar, er reed een man, (hoe kan het ook anders!) via de oprit náár de snelweg, de snelweg af. Politie bellen had geen zin meer, het was klaarblijkelijk onze 'tijd' nog niet!
Relaxen! dat gingen we doen vandaag, onze lijven waren besproken, plus alle kruis-details. De één had een streepje, de ander bijna een geheel gerooide bebossing.
Waar waren we dik?waar zaten de vouwen, het werd allemaal uitgewisseld ter voorkoming van schrikreacties, in de lach schieten enz. De naakte waarheid! Dat was vandaag aan de orde, maar wij vrouwen zijn loyaal aan elkaar, wij mochten er nog best wezen, zo bleek een uurtje of wat later. In Peize kregen we eerst een rondleiding, waar was het schapenhok, waar de kluisjes. Na een half uurtje betraden wij poedelnaakt de sauna ruimte. God zij dank hadden we een handdoek bij ons, die we op discrete wijze over onze arm hingen en net de tere delen bedekten, Oh hoe toeval! De sauna was niet echt wat we ons erbij voorgesteld hadden, gelukkig hadden we de Hammam nog in petto. Deze begon om 15.15, na onze lunch, wat niet echt handig was, omdat mijn darmen het hele verwerkingsproces van de salade dan nog door moest. Een grote Jerommeke gekleed met enkel een lapje om zijn welgevormde billen kwam ons tegemoet. “Goeiemiddag dames, doe jullie badjas maar af, en neem plaats in de stoom sauna”. Gelukkig, 'stoom' dat betekend,wazig zicht. Na het stoom ritueel mochten we naar de stenen tafels voor de Hammam. Er stonden 4 mensen klaar, waaronder Jerommeke. Piet liep doortastend naar de achterste tafel, waar een vrouw klaarstond. Tineke viel als een blok voor de man met het vriendelijke gezicht en Miene had een vrouw die ook voetreflex dingen kon, dus een kolfje naar haar hand.
En ik kreeg Jerommeke.
Alleen al door dát feit voelde ik mijn darmen helemaal losgaan. We moesten plaatsnemen op de tafel, nou ja, erop klimmen. Dat is helemaal niet erg, met kleren aan, maar wanneer je poedelnaakt bent zie je jezelf in gedachten ook ineens van achteren, wanneer je je been een halve meter moet opbeuren. Geloof me, dit is niet een beeld waar ik trots op ben. Ik plof neer op mijn buik, en behendig trekt Jerommeke een doekje tussen mijn benen, met de woorden 'zo ff een luiertje om', ja en zo voelt het ook. Hij heeft net zo'n doekje om en ik begin me af te vragen of hij daar nu niets, of toch een leuke veilige boxer onder heeft. Vervolgens krijgen we een massage met een vrij ruwe washand, er wordt sop over ons heen gegooid en met warm water worden we afgespoeld.
Zalig, echt lekker, maar ik ben ook heel erg bezig met het dichtknijpen van mijn billen. Ik overweeg ze even te laten ontspannen wanneer Jerommeke een bak water aan het vullen is, maar durf het er niet op te wagen. Het doekje is erg dun, en mijn winden zijn niet bepaald bescheidden. Je kunt er in één keer een leuk luchtbed mee vullen zak maar zeggen. Nee, focus! Nadat onze haren zijn gewassen en Jerommeke mij met een cynisch lachje nog een bak met ijskoud water over mij heen gooit, druipen wij af en krijgen we thee. We zien er niet uit,de watervaste mascara is hier niet geheel tegen bestand. Na een haarwasbeurt ben ik thuis ook altijd blij dat er geen getuigen zijn van mijn waterige hoofd en mijn haardos die op één grote klit lijkt.
Na de thee krijgen we een massage, Piet neemt een bak zakdoekjes mee, en snift en snottert in het wilde weg. We liggen naast elkaar met je hoofd door zo'n gat. De massage is lekker, Jerommeke heeft goed z'n best gedaan. Na een half uurtje zijn we klaar en lopen gevieren wat doezelend door de gangen van het sauna verblijf. Daarna nog even een sauna in gewild, maar het is zo druk op het saunaplein, dat we besluiten ons maar weer in onze veilige kleren te sjorren. Ook wel weer heel lekker, een onderbroek aan! In het huisje nog lekker geborreld, gebabbeld, en toen lekker roserig in bed!
Helaas lag Miene er al vroeg in omdat ze de volgende morgen op tijd weg moest voor een tentamen. Wij, Piet .Tien en ik gingen nog een lekkere zondagmorgen wandeling maken. Met het tempo van Tien en geloof me, dat is snél! Liepen we tot achter het park. Hé, zei Piet, kijkend naar de overkant, 'een paard'. Loopt die niet los daar? “Nee joh, die staat daar in de wei”,zei ik, leer mij de omgeving van Borger kennen! Maar ineens stond het paard tussen bomen in het bos, shit dit was niet goed, hij liep los! Piet zette acuut haar hakken in het zand, 'nee hoor, ik loop niet verder, ik vind paarden doodeng! Maar onze amazone, Tien zei' 'kom op, er kan niets gebeuren'. Het leek er zelfs op dat ze dit verwacht had, want ze leek haar rijlaarzen aan te hebben. Dapper liepen we door, ondertussen Piet bemoedigend toesprekend. Totdat het paard ineens een omtrekkende beweging richting ons, misschien zag hij ons voor drie amazones aan? Rennend vlogen de amazones in hun achteruit. Piet was de snelste, Tien volgde en ik greep naar mijn mobiel. 112 werd gebeld, 'wie wilt u hebben? de brandweer, de politie of een ziekenauto? Op Piet haar gezicht las ik af dat wat haar betrof alle drie de juiste optie was, maar ik koos voor nummer 2 'de politie'. Die werd gebelden na drie kwartier wachtten kwamen uit onverwachte hoek een stel Duitsers Salinero redden. Die waren helemaal niet bang,de mannen begeleiden Salinero in zijn weitje. Vervolgens werd ik weer gebeld door de politie met de mededeling dat er een man op weg was om het paard mee te nemen. Door drassige weiden liepen wij als redders naar het paard die inmiddels achter slot en grendel stond,maar een bedankje kon er niet vanaf. Daar kwam de paarden man met een kar achter de auto, hij vroeg nog of wij wilden assisteren met het vangen van Salinero, maar daar hebben we voor bedankt met de woorden 'wij zijn niet echt paardemeisjes' wij wonen in de stad! De Duitsers waren de “paardeman” ter wille en dreven Salinero in zijn aanhanger, pffft wat een avontuur.
Ien en de meisjes.

zondag 2 augustus 2009

C-1000 meisje


C-1000 meisje

Het is woensdag ik heb alleen maar oud brood in huis en besluit bij C-1000 een broodje “kip kerrie” met een lapje casselerrib eronder te kopen'. Dat doe ik wel es vaker als ik moet werken bij de dagbesteding.
Per 5 januari ben ik gestopt met mijn verslaving “roken”, dus verwen ik mijzelf, dat heb ik verdiend vind ik. Aangekomen bij de vershoek van C-1000 zie ik van allerlei broodjes liggen maar niet mijn favoriet de “kip kerrie”.
"Goh” zeg ik tegen het meisje achter de vershoek,”wat jammer dat je geen broodje kip kerrie hebt gemaakt, die wilde ik graag". "Nou”, zei het C-1000 meisje, “maar die maak ik nooit door de week, vandaar dat hij er niet tussen ligt".
Ik zeg met een vriendelijke blik, "nou da’s niet helemaal waar, want ik haal met regelmaat een broodje kip kerrie voor naar mijn werk”. Het C-1000 meisje zegt met enige stelligheid "Dan zult u wel in het weekend werken, want dán maak ik alleen die broodjes en ik sta hier áltijd". Ik begin lichtelijk geïrriteerd te raken en zeg met een nóg stelliger toon;"Punt één heb ik jou hier nog nooit ontmoet en punt twee: werk ik door de week, op de dagbesteding en eet tussen de middag met enige regelmaat een broodje kip kerrie." Mijn opvliegers staan in de rij om eruit te komen!
Maar het C-1000 meisje is onverbiddelijk, "dan zal u wel bij de ander C-1000 zijn geweest, want ik maak nooit broodjes met kip kerrie door de week." Mijn hart slaat inmiddels 120 slagen per minuut, het kwijl loopt uit mijn mond vermengt met sporen bloed van het bijten op mijn wang. Ik ga de uitdaging aan en roep sputterend, "dus jij beweert dat ik lieg?Jij zegt eigenlijk dat ik gek ben en nog nooit een broodje kip kerrie heb gekocht door de week, hier bij de vershoek"? Het C-1000 meisje kijkt me met een arrogante blik aan en zegt, "mevrouw ik sta hier altijd en maak alleen kip kerrie broodjes in de weekenden"
"Zo", roep ik overspannen, “en nooit ‘es ziek zeker, zodat een collega haar creativiteit kwijt kan en eindelijk ook es broodjes kip kerrie kan maken voor door de week?..... Nee, eigenlijk nooit ziek.
Ik snakte ineens naar een sigaret, wat één, een pakje ging ik roken, een slóf als het moest.
Ik zei; "laat ik je dit zeggen kip kerrie muts, mocht hier ooit nog op een woensdag een broodje kip kerrie gesignaleerd worden door mij, ik zal ‘em niet kopen, want die zullen dan wel stokoud zijn als ze op de zaterdag door jouw zijn gemaakt!
Ze keek me ijskoud aan, het liefst had ik haar over al die andere foute broodjes heengetrokken, maar ik wist me bij elkaar te rapen en met opgeheven hoofd te vertrekken.Wat een domme muts bij onze C-1000 !.Ien.