maandag 7 juni 2010

Alweer een jaar verder...


Zo na een jaartje op het platteland, lijkt het erop dat de man en ik hier gaan aarden tussen de landerijen, vlakbij Willemsoord. Er komen zo nu en dan al momenten voor dat wij zwaaien naar mensen waarvan wij de naam al kennen.
Wij kijken elkaar dan even voldaan aan. Het huis van Frens en Greta (de vorige bewoners) wordt zo langzamerhand óns huis.

De horecaomzet in de omgeving is sinds wij hier zijn neergestreken lekker gestegen.
Wij kunnen inmiddels wel een boekje uitbrengen van de culinaire hoogstandjes te Steenwiek.
Ik ben op volleybal gegaan en heb een leuke wandelkennis overgehouden aan het toneelclubje. Ja, je moet wel investeren en integreren!
De beestenboel was, 2 honden, dat is gereduceerd naar één hondje en aangevuld met 1 kater en 1 poes waarvan de poes niet bestand bleek tegen trekkers en gezakt is voor het verkeersexamen. Een tweede herkansing is helaas uitgesloten.
Wederom werd er een poesje geadopteerd wat later een katertje bleek. “Ze” sputterde nogal tegen tijdens de eerste inenting, waarop ik “och vrouwke toch” zei.
De dierenarts zat net onder haar staartje te kijken en zei, “nou, vrouwke?, manneke bedoel je zeker?” Daadkrachtig liep de arts naar de computer en werd Niggy in een handomdraai naar Neefie veranderd.
Hij heeft nog steeds een identiteitscrisis want ik blijf haar maar Niggy noemen.

De beestenboel wordt ongevraagd steeds groter en groter.
Dit voorjaar kwam er een wespenfamilie bij de voordeur wonen. Deze is inmiddels uitgerookt door een mannetje uit Giethoorn. Al pratend veranderde hij in een imker."Doar mujhe geen risico met ne´m`, met wesp'n valt niet te spot'n" Ik weet inmiddels alles van de wespenfamilie, de koningin, de werksters en de darren. Ze zijn niet meer helaas. Onze schuur is bezet door zwaluwen die ongegeneerd in en uit over je hoofd vliegen zodat ze hun jongen kunnen voeden. Ik heb vorige week meerdere pogingen gedaan om de heggenschaar te pakken te krijgen, maar halverwege de schuur kwamen pa en ma zwaluw angstaanjagend over mijn hoofd scheren waardoor ik tot 4 keer toe,zonder heggenschaar, gillend naar buiten rende. De buurvrouw keek mij al wat meewarig aan met een blik van “giet 'et allemoal wel buurvrouwe?” toen ik aan de weg de post haalde. Zij was de voortuin aan het doen toen ik als een gillende keukenmeid door de schuur vloog. De heg staat er nog onaangetast bij.
Onze kater "Broer" verwend zijn baasjes regelmatig met een verse muis of merel.
Het is s´morgens altijd spannend wat je aantreft. Ik ben nu zover dat ik het weg kan pakken met een hele grote hand keukenrol en als een echte stadse met een sprintje en gillend door het huis het in de sloot werp. Vorige week stapte ik met een nog slaperig hoofd, bijna in een dooie muis, buitengekomen lag er een dooie merel en terug in huis trof ik een nog levende kikker aan. En dan meld ik maar even dat ik géén ochtendmens ben....
De man zit helemaal tussen de werklui,de hele zaterdag mocht het Bob de Bouwer jack weer aan, er werden bomen gekapt en waterkranen aangesloten. Het plan was om gezellig samen naar Meppel te gaan, maar de man meldde mij rond 14 uur dat hij en zijn werkvrienden nog lang niet klaar waren met de werkzaamheden. Ik werd weer ingeschakeld voor de inwendige mens en liep af en aan met koffie, water en koeken.
De man wreef regelmatig gelukzalig over zijn bezwete shirt,en keek mij veelbetekenend aan.De kilo´s vliegen er op deze manier af, dat was wel duidelijk.
En s`avonds wordt de Tub opgestookt en zijn wij weer sprakeloos van de schoonheid om ons heen. De man gaat vol enthousiasme wederom al zijn verbouwplannen nog es met mij doornemen en ik knik, ik vind alles goed, zolang we hier maar blijven.

Kusssien.