donderdag 30 juli 2009

Het verschil maken.


Het verschil maken.

Ken je dat gevoel, dat je aan iemand denkt en dat je diegene dan ook toevallig tegenkomt?

Ik reed rond half 9 naar mijn werk, wilde nog even naar de C-1000 om wat eten in te slaan en dacht ineens aan een vrouw, een moeder van de basis school van Jos en Dave..
Ze was in de jaren 90 samen met haar twee dochtertjes vanuit het voormalige Joegoslavië naar Nederland gevlucht en in Emmeloord komen wonen.
Het was een heel schriele vrouw, iets getint, klein, mager en zwart half lang haar.
Je kon zo zien dat ze geen Hollandse was.
In goede, gelukkige tijden was ze vast een prachtige vrouw geweest.
Haar dochtertjes waren mooie meisjes, uiterlijk waren ze heel verschillend.
De jongste leek op haar moeder, ook donker, een heel mooi, fijn gezichtje.
Haar zus was iets breder en ook zo on-Hollands, ze leek vast op haar vader.
Bij alle drie kon je zien dat ze “gewond” waren, hun blikken straalden wantrouwen en pijn uit.
Op één of andere manier intrigeerden ze mij. Het verhaal (op het schoolplein) ging, dat haar man, hun vader, voor hun ogen was vermoord.
Ik kon me van zoiets verschrikkelijks eigenlijk geen voorstelling maken, al zagen wij hier in Nederland natuurlijk met regelmaat de afschuwelijke beelden op tv van die verschrikkelijk beestachtige toestanden daar in dat land, het voormalige Joegoslavië.
Ik zapte vaak snel weg, kon de beelden niet aanzien en de verhalen over afgesneden geslachtsdelen, uithongering enzovoort niet aanhoren.

Ik heb nooit écht contact met haar gehad, nooit contact met haar gezocht. Ik wilde wel, maar durfde niet. Wat moest ik zeggen? “bevalt het je een beetje in Emmeloord?”. De taal was natuurlijk een barrière, maar de grootste barrière was mijn angst om iets doms te zeggen. Ik wist niet hóe te beginnen.
En nu zag ik haar weer na zo’n 15jaar?. Terwijl ik vlak daarvoor, in de auto, net aan haar zat te denken.
Ze was vóór mij bij de kassa, “9 grote blikken bier” gingen over de loopband, verder niets.
Ze was dikker geworden, maar niet gezond dikker. Haar gezicht was rood en opgeblazen, haar huid was vlekkerig en haar haar viel als een sluik onverzorgd bosje langs haar gezicht.
Wat ik vermoedde werd 2 minuten later bevestigd . Op de fiets had ze haar eerste biertje al open getrokken, het kon geen 5 min meer wachten. Ik reed achter haar over de Europalaan.
Arme vrouw, arme moeder. Ik kreeg er kippenvel van, op één of andere manier voelde het even alsof ik een beetje een aandeel had gehad in al de ellende in haar leven.
Ik had toen misschien wel een verschil kunnen maken door contact te leggen. Of is dat een ijdele gedachte?
Ik had haar toch gewoon een kop koffie aan kunnen bieden, haar kinderen te spelen kunnen vragen. Ik deed niets.
Hoe belangrijk is het dat je je als vluchteling/vreemdeling geborgen voelt tussen mensen. Dat je omgeving je een gevoel van “welkom” geeft.
De vergelijking gaat natuurlijk in vele opzichten niet op, maar in wezen voel ik mij hier, in mijn nieuw gekozen (let wél, gekozen!) woonomgeving ook een “vreemdeling”.
En het doet zo goed dat ze hier naar je zwaaien, je begroeten.
Het geeft een gevoel van geborgenheid, welkom, “hé leuk dat je hier bent komen wonen”.
Een buurvrouw die vraagt of je een “bakkie” komt doen en bij haar poesjes komt kijken. Een beetje “eigen” worden met de mensen om je heen, dat realiseer je je pas als jezelf zo in de “vreemde” komt.
Ik drink hier s’avonds een wijntje omdat wij het zo heerlijk hebben hier en kunnen genieten.
Zij drinkt om de reden te vergeten waarom ze jaren geleden haar vaderland moest verlaten en moest vluchten en er is niemand op haar pad gekomen om hét verschil te maken.
En zo kom je als mens tot steeds meer inzichten.

Ien.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten